Informatie afbeelding: Martijn Beekman

Beoordeling effecten van structurerende keuzes

In Tabel 3‑2 t/m Tabel 3‑8 zijn de huidige situatie (staat) en trend (autonome ontwikkeling) per indicator aangegeven. Vervolgens zijn de effecten van de structurerende keuzes per indicator aangegeven in de vorm van kansen op een positief of negatief effect. Per indicator is het mogelijk dat zich zowel positieve als negatieve effecten voordoen voor een structurerende keuze. Het kan ook zijn dat een structurerende keuze geen of nagenoeg geen gevolgen heeft. Als voor een indicator niet te zeggen is wat het effect gaat zijn, bijvoorbeeld door meerdere effectwaarderingen, dan krijgt dit de beoordeling ‘niet te beoordelen’ (n.t.b.). In Tabel 3‑1 en Figuur 3-2 is een toelichting gegeven hoe de beoordelingen in Tabel 3‑2 t/m Tabel 3‑8 gelezen moeten worden. In het hoofdstuk 'Methodiek' is meer informatie over de beoordelingsmethodiek te vinden. De beoordelingstabellen worden elk, per indicator, toegelicht. Voor een nadere toelichting van de effecten van de structurerende keuzes wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Effecten van de structurerende keuzes' in deel B van het planMER.

Tabel 3‑2 t/m Tabel 3‑8 kunnen alleen goed beoordeeld worden in samenhang met de toelichting in het hoofdstuk 'Referentiesituatie' en het hoofdstuk 'Effecten van de structurerende keuzes', de conclusies vanuit verschillende invalshoeken, de gevoeligheidsanalyse, en de leemten in kennis.

Overslaan: Interactieve content (iframe)

De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.

Figuur 3-2: Toelichting huidige situatie en trends

Tabel 3‑1: Toelichting beoordelingstabel

Waardering

Toelichting

groene pijl omhoog

Kans op positief effect

donkerblauwe stip

Geen of nagenoeg geen gevolgen

rode pijl omlaag

Kans op negatief effect

n.t.b.

 

Niet te beoordelen

Afkortingen in de tabellen

  • WU = Weinig toekomstige uitgangingen[1] voor de landbouw

  • ZU = Zware toekomstige uitdagingen voor de landbouw

  • KT = Korte termijn

  • LT = Lange termijn

Omdat sommige namen van de structurerende keuzes te lang zijn voor de tabellen, is er voor gekozen om de volgende namen af te korten:

  • Structurerende keuze 2: Inpassing areaal agrarische natuur/nieuwe natuur > Inpassing areaal natuur

  • Structurerende keuze 4: Ruimte voor vasthouden, bergen en afvoeren > Ruimte voor vasthouden

  • Structurerende keuze 6: Waterbeschikbaarheid verzilte gebieden > Verzilte gebieden

  • Structurerende keuze 7: Water vasthouden en minder snel afvoeren op hoge zandgronden > Water vasthouden en minder snel afvoeren

  • Structurerende keuze 8: Verhogen grondwaterpeilen op hoge zandgronden > Verhogen grondwaterpeilen

  • Structurerende keuze 9: Grootschalig beekdalherstel op hoge zandgronden > Grootschalig beekdalherstel

  • Structurerende keuze 10: Beperken grondwateronttrekkingen rond Natura 2000-gebieden op hoge zandgronden > Beperken grondwateronttrekkingen

  • Structurerende keuze 11: Zorgvuldig omgaan met areaal landbouwgrond > Zorgvuldig omgaan met landbouwgrond

  • 1 Het begrip ‘uitdagingen’ betekent in deze context ‘belemmeringen voor een optimale landbouw’ als gevolg van gebiedskenmerken.