Informatie afbeelding: Martijn Beekman

Samenhang opgaven en samenhang structurerende keuzes

Uitgangspunt voor het ontwerp-NPLG is dat doelstellingen in samenhang worden bezien en als zodanig bijdragen aan het noodzakelijk natuurherstel en -behoud evenals de klimaat- en waterverplichtingen.

In de overzichtstabellen Tabel 3‑2 t/m Tabel 3‑8 zijn de effectbeoordelingen weergegeven per structurerende keuze. Dat structurerende keuzes kunnen samengaan is logisch en ligt zelfs voor de hand. Zo kunnen Overgangsgebieden, Inpassing areaal agrarische natuur/nieuwe natuur, Inpassing 10% groenblauwe dooradering, Grootschalig beekdalherstel op hoge zandgronden en Ruimte voor vasthouden, bergen en afvoeren in elkaars nabijheid worden gesitueerd, waardoor een versterkend effect kan optreden. Een overgangsgebied, een strook GBDA en een areaal nieuwe natuur kunnen samen in principe meer dan gemiddeld bijdragen aan connectiviteit natuurgebieden of aan biodiversiteit en daarmee aan het doel natuur (en mogelijk het doel integraal GBDA). Het is ook mogelijk dat structurerende keuzes elkaar overlappen. Of en waar die mogelijke overlapping kan optreden hangt af van de regionale keuzes die worden gemaakt. Provincies kunnen bij hun uitwerking daarin, binnen onder andere de ruimtelijke mogelijkheden, zoeken naar optimalisatie.

Het feit dat vanuit verschillende structurerende keuzes maatregelen in een gebied worden genomen wil echter niet automatisch zeggen dat er ook sprake is van synergie. Als bij het realiseren van nieuwe natuur overlappend ook invulling wordt gegeven aan GBDA, betekent dit waarschijnlijk dat minder areaal natuur gecreëerd wordt dan wanneer beide structurerende keuzes zonder overlap worden ingevuld. In paragraaf 'Arealen en gebieden' wordt daar ook nog op ingegaan.

De samenhang van de structurerende keuzes waar het gaat om het realiseren van de opgaven is weergegeven in paragraaf 'De structurerende keuzes van het NPLG' en is in Figuur 3‑3 nog eens opgenomen.

In deze afbeelding is de relatie tussen de vier doelen en de twaalf structurerende keuzes van het NPLG weergegeven. De structurerende keuze overgangsgebieden heeft een relatie met de doelen voor natuur en integraal. De structurerende keuze inpassing areaal agrarische natuur/nieuwe natuur heeft een relatie met de doelen voor natuur, klimaat en integraal. De structurerende keuze invulling 10% groenblauwe dooradering heeft een relatie met de doelen voor natuur, klimaat en integraal. De structurerende keuze ruimte voor vasthouden, bergen, afvoeren heeft een relatie met de doelen voor klimaat. De structurerende keuze peilopzet veenweide heeft een relatie met de doelen voor water en klimaat. De structurerende keuze waterbeschikbaarheid verzilte gebieden heeft een relatie met de doelen voor klimaat. De structurerende keuze water vasthouden en minder snel afvoeren op hoge zandgronden heeft een relatie met de doelen voor natuur en water. De structurerende keuze verhogen grondwaterpeilen op hoge zandgronden heeft een relatie met de doelen voor natuur en water. De structurerende keuze grootschalig beekdalherstel op hoge zandgronden heeft een relatie met de doelen voor natuur, water, klimaat en integraal. De structurerende keuze beperken grondwateronttrekkingen rond Natura 2000-gebieden op hoge zandgronden heeft een relatie met de doelen voor natuur en water. De structurerende keuze zorgvuldig omgaan met areaal landbouwgrond heeft geen relatie met de vier doelen. De structurerende keuze tegengaan van bodemverstoring door ontgraving heeft een relatie met de doelen voor natuur en klimaat.

Figuur 3‑3: Relatie tussen NPLG-doelen en structurerende keuzes