Informatie afbeelding: Martijn Beekman

Variaties per structurerende keuze

Voor alle structurerende keuzes zijn meerdere variaties in beschouwing genomen. Deze laten in sommige gevallen een verbetering van de beschreven effecten zien. Doordat gefocust wordt op bepaalde thema's (cultuurhistorie) of bepaalde doelen (bijvoorbeeld op de klimaatdoelen of op natuurdoelstellingen) of doordat specifieke indicatoren sturend worden gemaakt zal er vooral voor de indicatoren die daarmee samenhangen een positiever effect kunnen optreden.

Variaties waarbij natuur de primair sturende functie is (overgangsgebieden en GBDA) of waarbij inpassing optimaal bijdraagt aan het realiseren van het betreffende natuurdoeltype (inpassing areaal agrarische natuur/ nieuwe natuur) zullen voor de thema’s Milieugezondheidsrisico’s, Klimaat, Natuur, Water en Bodem de effecten positiever kunnen zijn dan voor het voornemen.

Voor variaties waarbij landbouw primair de sturende functie is (overgangsgebieden) of waar de invulling het meest optimaal is voor de agrarische functie (inpassing areaal agrarische natuur/ nieuwe natuur) zullen de effecten op de thema’s Milieugezondheidsrisico’s, Natuur, Klimaat, Water en Bodem minder positief zijn dan op het voornemen.

Variaties waarbij sprake is van multifunctioneel ruimtegebruik (overgangsgebieden) scoren op de thema's Klimaat, Water en Bodem minder goed dan in het geval van het voornemen. Voor de indicator gebruikswaarde scoort deze variatie positief, dit is immers het doel voor deze variatie.

In algemene zin zal in het geval van variaties in de tijd (peilopzet veenweidegebied) of in de grootte van het gebied (beekdalherstel en ruimte voor vasthouden, bergen en afvoeren van water) waarin de betreffende structurerende keuze wordt toegepast de effectiviteit van de betreffende structurerende keuze worden beïnvloed. Dit kan negatief of positief uitpakken, afhankelijk van de toepassing van de variatie.

Het onderscheiden van groene-groene en groen-rode functiecombinaties bij zorgvuldig omgaan met landbouwareaal zal geen grote wijziging van effecten ten opzichte van de structurerende keuze tot gevolg hebben. De verwachting is dat er in lijn met het afwegingskader wordt gehandeld. Groen-groen functiecombinaties (bijvoorbeeld natuurinclusieve landbouw waarbij agrarische productie gecombineerd wordt met het creëren van natuurwaarde) zullen vooral plaats vinden in gebieden met veel tot matige uitdagingen voor de landbouw en groen-rode functiecombinatie vooral in gebieden met weinig uitdagingen voor de landbouw.